donderdag 29 januari 2009

Mijn arme verwaarloosde weblog. Teachmeetnl.

Dit is een van de in de ogen van sommige kritische lezers en volgers van weblogs, een verwaarloosde weblog. Vandaag zag ik dat 11 januari de laatste keer was dat ik hier was. Vaak denk ik eraan dat het hebben van een weblog ook betekent dat ik het zou moeten bijhouden, maar blijkbaar hebben andere zaken prioriteit. Zaken zoals het schrijven van onderwijs voor collega's waar ik voor in dienst ben voor de weinige uren die ik nog werk en kan werken (grotendeels in de WAO). Maar ook, bij blijven met betrekking tot wat er aan boeiends en voor mij belangrijks en leerzaams gezegd wordt op Twitter en proberen bij te blijven met het lezen van mijn feeds in mijn Google Reader.

Intussen gebeurt er dan ook nog van alles wat tijd, energie, aandacht vraagt. Het overleg over hoe we het project Homo Zappiens willen en moeten afsluiten. Voldoen aan de plotseling toegenomen aanvragen voor de workshop Persoonlijk Ontwikkel Plan, POP dus. Maar ook het zelf moeten voldoen aan de vraag van mijn tamelijk nieuwe manager omtrent mijn eigen persoonlijke POP, nadenken en schrijven dus. En intussen vaststellen, dus inrichten met websites waar de deelnemers iets aan hebben, van de aangeboden workshop Web 2.0 op vraag van een van de instituten van mijn Hogeschool.

En vooral, al dagen lang in mijn hoofd, mijn 7 minuten op @Teachmeetnl (en dat dan wel weer tegelijkertijd met een minstens zo belangrijke, helemaal privé-zoektocht naar "er zijn" voor mijn trieste heel jonge zusje met een groot levensprobleem).

Het is wonderlijk om te ervaren dat dit mij na zo'n lange carrière in het onderwijs, na het geleverd hebben van zoveel echte grote bijdragen aan congressen nationaal en internationaal, een bijna griezelige angst bezorgt. Mijn wereld bestond uit deskundigheid op het gebied van zorg en vooral zorg voor mensen met een chronisch gezondheidprobleem (een categorie patiënten waar ik zelf zoals dat bij toeval soms gaat, al vele jaren onderdeel van uit maak).

Maar mijn nieuwe wereld bestaat uit scholing ontwikkelen voor collega's in mijn Hogeschool (Rotterdam) op het gebied van Internet, www, web 2.0, connectivisme, netwerkleren enzovoort. Dat is leuk, dat is een uitdagende klus, daar heb ik nog veel in te leren hoewel ik intussen ook al wel heel erg veel geleerd heb.

Het is voor mij wel bijzonder om te ervaren dat anderen daar heel veel beter en verder in zijn en dat ik nu vooral de lerende ben en niet de teachende. Na dagen er over denken, heb ik vanavond de presentatie van 7 minuten samen gesteld. Als ik me dan realiseer dat ik bijdragen leverde op internationale congressen over zorg in het Engels van een half uur of drie kwartier voor een paar honderd aanwezigen in de zaal zonder daar ook maar enige spanning van te hebben en ik zoek nu zo'n lange tijd (ben echt uren bezig geweest met vaststellen hoe het er dan uit zou moeten zien en ben uiteindelijk nog steeds aan het twijfelen) naar hoe ik 7 minuten zo kan vullen dat de ongeveer 60 aanwezigen het misschien toch enigszins leuk, boeiend, interessant vinden , dan moet ik eigenlijk toch ook wel lachen om hoe dingen kunnen gaan in een mensenleven.

En ik schrijf dit dan toch maar op om te laten zien hoe een zeker welwillende docent met heel veel deskundigheid op zowel inhoudelijk als didactisch gebied, uiteindelijk in de zorgen terecht kan komen als het gaat om het toepassen, en daarover iets vertellen, van al die nieuwe ontwikkelingen en mogelijkheden die zich voor het moderniseren en attractief maken van onderwijs, aan bieden. Ook op Twitter heb ik laten zien dat ik het leuk vind en tegelijkertijd griezelig, hier leg ik dat nu iets meer uit. Voor al die mensen die voorlopen op de troepen, wees je vooral bewust van wat werken met het aanbod in een nieuwe (virtuele - web) wereld, een nieuwe didactiek, aan zoektocht en onzekerheid kan opleveren, zelfs aan de meest welwillende leraren en docenten (vaak ouderen) in dit prachtige vak. Ik ben, dus ik besta, ik denk, dus ik besta, ik lees dus ik besta.

Maar,....... wie ben ik in deze dagen van snelle ontwikkelingen, wie ben ik of zou ik zijn als ik mijn dagelijkse hoeveelheid kennis moet overdragen op toekomstige verpleegkundigen, wie ben ik om te durven aanvaarden dat al die studenten een eigen weg zullen vinden om bij voorbeeld de zorg op hoog niveau op zich te nemen en dus in het kiezen van een eigen, deels virtuele en web 2.0 weg, zich zo zullen ontwikkelen dat ze echt voor mij kunnen zorgen als ik zeker (want dat brengt mijn daily live nou eenmaal met zich mee) straks weer opnieuw aan hun zorg ben overgeleverd? Want dat is toch waar het uiteindelijk in beroepsonderwijs over gaat. Hoe goed, hoe sterk, hoe emotioneel betrokken, hoe warm, zijn de nieuwe beroepsbeoefenaren in dit (mijn oorspronkelijke) bijzonder moeilijke en ook zo mooie beroep, met of zonder Del.icio.us,You Tube, LinkedIn, MySpace, Hyves, Facebook, iPhone, Flick'r enzovoort.

En ook dat is bijzonder, weten dat ik als patiënt zeker met ze te maken zal hebben en ook weten dat ik ze niet meer direct zelf zal opleiden. En het gaat natuurlijk ook helemaal niet alleen over deze beroepsgroep (en zeker niet over mij!!). Dit is toevallig mijn deskundigheid, maar vooral mijn metafoor. En mijn verhaal is zonder veel moeite om te zetten naar andere, vooral zorg- en sociaal gerichte opleidingen. En misschien is het ontdekken van leren en een weg vinden in je eigen bestaan, niet eens zoveel anders in die niet zogenaamd sociale, maar meer commerciële opleidingen. Anderen mogen en zullen daar vooral van getuigen als het gaat om het toepassen van wat we op dit moment nog mogelijkheden van web 2.0 noemen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten